14 februari 2019
De wet verandert constant. Ook dit jaar zijn er weer heel wat zaken gewijzigd. Van een gewijzigde huurwetgeving tot de afschaffing van de vestigingswet in de bouwsector.
Wij brengen u op de hoogte van de veranderingen.
Sinds 1 januari 2019 is de woninghuurwetgeving aangepast. Wat is er dan precies veranderd? De verhuurder mag bij aanvang van het huurcontract een waarborg van drie maanden huur vragen, maar de huurder mag zelf kiezen hoe hij de waarborg wil samenstellen.
De huurder kan vanaf nu ook een huurovereenkomst van korte duur vroegtijdig opzeggen. Na een opzeggingstermijn van drie maanden, is de overeenkomst dan afgelopen. Daarbij moet hij wel een opzeggingsvergoeding betalen.
Wanneer de verhuurder energiebesparende investeringen uitvoert die de huurwaarde met 10% laat stijgen, mag hij steeds een herziening van de huurprijs voorstellen.
Het nieuwe decreet bepaalt ook welke kosten iedere partij moet betalen. Brand- en waterschade is bijvoorbeeld voor de rekening van de huurder en beide partijen zijn ook verplicht om een brandverzekering af te sluiten.
Bij gehuwde en wettelijke samenwonende partners, wordt de nieuwste bewoner automatisch medehuurder. Dit is niet zo bij feitelijke samenwoners. Wanneer één van de feitelijke samenwoners de huurovereenkomst wil stopzetten, kan hij dit doen in zijn naam.
Woont u in een appartementsgebouw? Dan gaat u ook hier merken dat er veranderingen zijn gebeurd. Zo wordt het beheer van de gemeenschappelijke delen eenvoudiger.
Nog maar 2/3de van de bewoners moet akkoord gaan met beslissingen over de gemeenschappelijke delen, zoals de renovatie van een gevel. Voor wettelijk verplichte werken, is nog maar een meerderheid van 1/2 nodig.
Het beheer van mede-eigendom zal voortaan ook gemakkelijker geregeld kunnen worden door middel van het huishoudelijk reglement in plaats van de zogenaamde statuten. Zo vermijdt u dat u voor de kleinste aanpassing in de statuten langs de notaris moet passeren.
Ook nieuw is de verplichte spaarpot voor kosten als het moderniseren van een lift of de herstelling van een balkon.
Het is bovendien niet nodig dat alle eigenaars mee beslissen. Voortaan kunnen er deelverenigingen binnen een gebouw worden opgericht die kunnen beslissen over werken aan hun gebouw.
Dit jaar wordt de vestigingswet ook voor bouwberoepen afgeschaft. De Europese richtlijn bepaalde voorheen al dat iedereen wie in het ene Europese land een beroep gereglementeerd mag uitvoeren, dat ook zou moeten kunnen in het andere land.
De Vlaamse regering heeft daarom beslist om de Belgische wetgeving gelijk te stellen aan de Europese. Zo moet u als bedrijf of zelfstandige in de bouw geen minimum aan beroepskennis meer bewijzen.
Meer info over veranderingen in de wetgeving anno 2019? Contacteer ons voor al uw vragen.