06 januari 2025

De impact van het nieuwe boek 6 van het burgerlijk wetboek op ondernemers

Sinds 1 januari 2025 is het nieuwe boek 6 van het burgerlijk wetboek in werking getreden, waarmee het buitencontractueel aansprakelijkheidsrecht grondig gewijzigd wordt. Ook het alom gekende principe van de quasi-immuniteit van de uitvoeringsagent zal niet langer blijven bestaan. Dit zal een grote impact hebben op uw onderneming. In deze blogpost leest u wat de aandachtspunten van deze nieuwe wetgeving zijn en welke acties u kan ondernemen.

Tot einde 2024 – quasi-immuniteit van de uitvoeringsagent

Tot eind 2024 bestond er naar Belgisch recht een grote bescherming van de “hulppersoon of uitvoeringsagent”. De hulppersoon is diegene die een deel of het geheel van de opdracht van de hoofdaannemer uitvoert. Vaak zal dit een onderaannemer zijn, maar ook de bestuurder van een vennootschap of een werknemer zijn te beschouwen als hulppersoon of uitvoeringsagent.

Deze hulppersonen konden in principe niet rechtstreeks aangesproken worden door de opdrachtgever voor fouten in het kader van de contractuele opdracht. Deze laatste kon zich alleen wenden tot zijn mede-contractant, zijnde de hoofdaannemer.  
Wanneer de uitvoeringsagent dus een fout maakte bij de uitvoering van zijn werken, kon hij daarvoor niet rechtstreeks aansprakelijk gesteld worden door de opdrachtgever van de hoofdaannemer. Hetzelfde gold voor bestuurders die niet rechtstreeks aangesproken konden worden door de contractspartij van de door hen bestuurde vennootschap in geval van fouten in de uitvoering van het contract. Eveneens kon de werknemer niet aangesproken worden door een klant van de onderneming waarvoor hij werkte.

Dit was de zogenaamde “quasi-immuniteit van de uitvoeringsagent”.

Nieuwe wetgeving sinds 1 januari 2025

Vanuit de overtuiging dat de quasi-immuniteit van de uitvoeringsagent nadelig kan zijn ten aanzien van de benadeelde contractpartij, heeft de wetgever een einde gesteld aan de quasi-immuniteit van de uitvoeringsagent.

Onderaannemers, bestuurders van vennootschappen, werknemers, … zullen dus vanaf 1 januari 2025 wél rechtstreeks buitencontractueel aansprakelijk gesteld kunnen worden door een benadeelde, met wie zij persoonlijk geen contract hebben, voor fouten begaan bij de uitvoering van hun opdracht.

Concreet kan bijvoorbeeld een onderaannemer die instaat voor de plaatsing van een dak vanaf nu rechtstreeks worden aangesproken door de bouwheer wanneer het dak gebrekkig wordt afgewerkt. Ook kan een bestuurder of werknemer rechtstreeks worden aangesproken door een contractspartij van de onderneming die meent dat het door een fout van de bestuurder of werknemer is dat de contractuele opdracht van de onderneming niet afdoende wordt uitgevoerd.

Belangrijk is dat deze nieuwe wetgeving in werking treedt vanaf 1 januari 2025 en niet alleen van toepassing zal zijn op nieuwe contracten, maar ook op bestaande contracten waar een schadegeval zich na 1 januari 2025 voordoet. Het is dus van belang om uw bestaande contracten aan deze nieuwe wetgeving aan te passen.

Verweermiddelen van de hulppersoon / uitvoeringsagent

De hulppersoon wordt evenwel niet geheel aan zijn lot overgelaten. Hij mag zich ten aanzien van de benadeelde contractspartij beroepen op de contractuele beperkingen die zijn opgenomen enerzijds in het contract tussen de hoofdaannemer / vennootschap / werkgever en de hulppersoon zelf, alsook anderzijds op de contractuele beperkingen die zijn opgenomen in de het contract tussen de benadeelde contractpartij en de hoofdaannemer / vennootschap / werkgever (de hoofdovereenkomst).

Bovendien is de nieuwe wetgeving van aanvullend recht, wat betekent dat partijen bij contract hun buitencontractuele aansprakelijkheid kunnen beperken of uitsluiten.

Anticiperen op de nieuwe wetgeving: maak contractuele afspraken

Het is van belang uw bestaande contracten grondig onder de loep te nemen en aan te passen waar nodig.

Hierbij kan gedacht worden aan o.m. volgende clausules:

  • een exoneratiebeding in de hoofdovereenkomst: de mogelijkheid van de benadeelde opdrachtgever om een buitencontractuele vordering in stellen tegen de hulppersoon (onderaannemer, werknemer, bestuurder, ...) wordt uitgesloten;
  • een kettingbeding in de overeenkomst tussen de hoofdaannemer / vennootschap / werkgever en de hulppersoon: de hulppersoon kan bedingen dat de hoofdaannemer / vennootschap / werkgever de nieuwe wet in elke hoofdovereenkomst zal moeten uitsluiten;
  • een vrijwaringsbeding in de overeenkomst tussen de hoofdaannemer / vennootschap / werkgever en de hulppersoon: de hoofdaannemer / vennootschap / werkgever zal de hulppersoon moeten vrijwaren voor vorderingen ingesteld door de benadeelde contractpartij.

Atrius Advocaten helpt u graag verder met het nakijken van uw contracten en het opnemen van de juiste clausules.

Tot slot zal ook een goede verzekeringsdekking van groot belang zijn. Controleer dus zeker of uw polis voldoende dekking biedt, ook voor buitencontractuele aansprakelijkheid. Informeer of uw contractuele voorwaarden voldoende in overeenstemming zijn met de polisvoorwaarden.

Heeft u verdere vragen omtrent deze wetswijziging en de impact daarvan? Onze specialisten staan voor u klaar.