07 april 2020
Door de coronamaatregelen zien enorm veel bedrijven en ondernemingen zich genoodzaakt om de activiteiten (minstens gedeeltelijk) stop te zetten en hun personeelsleden in tijdelijke werkloosheid te plaatsen. Het aantal tijdelijk werklozen in België wordt geschat op meer dan 1 miljoen.
Heel wat bedrijven én werknemers worden dan ook voor de eerste keer geconfronteerd met het statuut van tijdelijke werkloosheid. Uiteraard roept dit heel wat vragen op. Eén van de meest gestelde vragen betreft de toekenning van de zgn. voordelen van alle aard, zoals de bedrijfswagen.
Een bedrijfswagen, laptop, gsm, groepsverzekering,… welke de werkgever voor privé doeleinden ter beschikking stelt, zijn allen looncomponenten.
De tijdelijke werkloosheid (zij het wegens economische redenen, zij het wegens overmacht) schorst de arbeidsovereenkomst. De uitbetaling van loon door de werkgever wordt vervangen door een werkloosheidsuitkering uitgaande van de RVA.
Het arbeidsrecht beschouwt deze uitkering niet als loon zodat ook het recht op de voordelen van alle aard vervalt. Zelfs indien de werkgever een aanvulling zou betalen op de uitkering van de RVA, dan nog zal de wetgever deze vergoeding niet als loon beschouwen. Als werkgever kan u dan ook van uw werknemer vragen dat deze zijn bedrijfswagen en alle andere voordelen van alle aard inlevert.
Dit heeft evenwel ook fiscale consequenties. De werknemer die zijn bedrijfswagen moet inleveren, wordt vanaf de dag van effectieve inlevering van de bedrijfswagen (en andere voordelen) niet langer belast op dat voordeel van alle aard.
Wanneer de werknemer het werk hervat, herwint hij uiteraard het recht op loon en dus ook op de terbeschikkingstelling van de aan hem toegekende voordelen van alle aard.
Het stelsel van tijdelijke werkloosheid voorziet ook in de mogelijkheid om werknemers gedeeltelijk te laten werken, gedeeltelijk tijdelijk werkloos te stellen. In dit geval wordt de arbeidsovereenkomst slechts gedeeltelijk geschorst.
Voor het gedeelte dat de arbeidsovereenkomst nog wel wordt uitgevoerd, is uiteraard loon verschuldigd. Wat dan met de voordelen van alle aard?
Indien de werknemer volgens de arbeidsovereenkomst recht heeft op bv. een bedrijfswagen voor privé doeleinden, kan u dit voordeel niet maar “gedeeltelijk” toekennen. De werknemer heeft bijgevolg ook als “deeltijdse” werkkracht, recht op voltijds gebruik van de bedrijfswagen. Hetzelfde geldt voor de overige voordelen van alle aard.
Daartegenover staat dan weer dat het belastbaar voordeel van alle aard gelijk zal zijn als voor een voltijdse werkmaand. Het feit dat een voltijdse werknemer meer privégebruik kan/zal maken van de bedrijfswagen ten opzichte van een voltijdse werknemer, wordt dan weer niet “verrekend”.
Wat hierboven werd toegelicht, betreft de wettelijke regeling inzake voordelen van alle aard. Het is evenwel toegelaten dat een werkgever meer voordelen toekent aan zijn personeel dan wettelijk en/of bij cao als minimum werd voorzien.
Het kan dan ook zijn dat in het arbeidsreglement of de car policy uitdrukkelijke bepalingen werden opgenomen over de toekenning en/of het behoud van voordelen van alle aard tijdens perioden van tijdelijke werkloosheid (en andere schorsingsgronden).
Als werkgever moet u dus nagaan of de bepalingen van de arbeidsovereenkomst, de “car policy”, het arbeidsreglement, etc. regels vastleggen over de inlevering van voordelen van alle aard bij een schorsing van de arbeidsovereenkomst die niet gedekt is door een gewaarborgd loon.
Als hierover geen regels zijn vastgelegd, is het raadzaam om uitdrukkelijke bepalingen hieromtrent op te nemen in uw contractuele documenten. Zo kunnen onnodige discussies hierover worden vermeden.
Indien u nog met bijkomende vragen zou zitten i.v.m. corona, kan u steeds beroep doen op onze Atrius Corona Hulplijn via 014/21.07.21 of info@atriusadvocaten.be voor een gratis eerstelijnsadvies. Voor meer informatie: www.atriusadvocaten.be/corona.