30 mei 2022

Inwerkingtreding van het hervormde seksueel strafrecht: de belangrijkste wijzigingen

Op 01.06.2022 treedt de lang aangekondigde hervorming van het seksueel strafrecht in werking.  

Hieronder trachten wij u een bondig overzicht te geven van de belangrijkste wijzigingen en krachtlijnen van deze nieuwe regelgeving.  

Nieuw hoofdstuk in het Strafwetboek voor het seksueel strafrecht 

Het seksueel strafrecht verhuist naar een nieuw hoofdstuk in Titel VIII in het Strafwetboek waarin alle misdrijven tegen de personen worden samengebracht, met name hoofdstuk I/1 met als betiteling: “Misdrijven tegen de seksuele integriteit, het seksuele zelfbeschikkingsrecht en de goede zeden”.  

Door deze seksuele misdrijven in het Strafwetboek onmiddellijk te plaatsen na de opzettelijke levens- en geweldsdelicten, wil de wetgever op een (vooral) symbolische wijze de ernst van deze misdrijven extra benadrukken.  

Het nieuwe hoofdstuk I/1 is gericht op de strafbaarstelling van de vier basismisdrijven inzake het seksuele strafrecht, zijnde:  

  • de aantasting van de seksuele integriteit (art. 417/7 Sw); 
  • verkrachting (art. 417/11 Sw); 
  • voyeurisme ( art. 417/8 Sw) ;  
  • de niet-consensuele verspreiding van seksuele getinte beelden en opnames (art. 417/9 Sw) .  

Het begrip “toestemming” staat centraal binnen deze hervorming.  

In een afzonderlijk artikel 417/5 Sw wordt een overkoepelende definitie van dit begrip ingevoerd, toepasselijk op alle seksuele misdrijven.  

In dit artikel worden de “gekende” vormen van afwezigheid van toestemming – bedreiging, (fysiek of psychisch) geweld, dwang, verrassing, list of enige andere strafbare gedraging – hernomen, maar wordt verder o.m. gesteld dat:  

  • er géén sprake kan zijn van toestemming in geval van loutere ontstentenis van verweer van het slachtoffer;  
  • de toestemming op elk ogenblik voor of tijdens de seksuele handeling kan worden ingetrokken;  
  • er géén sprake is van toestemming wanneer de seksuele handeling is gepleegd door misbruik te maken van de kwetsbare toestand van het slachtoffer ten gevolge van (o.a.) alcohol, verdovende middelen, psychotrope stoffen, ziekte of handicap. 
  • er géén toestemming kan zijn wanneer het slachtoffer bewusteloos is of slaapt.   

Uniforme leeftijdsgrens voor seksuele meerderjarigheid  

De leeftijdsgrens voor seksuele meerderjarigheid of bekwaamheid wordt op uniforme wijze vastgelegd op 16 jaar, voor alle seksuele misdrijven.  

Maar op dit principe worden enkele belangrijke uitzonderingen voorzien, in twee richtingen.  

Enerzijds kunnen 14- tot 15-jarigen wél uit vrije wil toestemmen met een seksuele handeling, in zoverre:  

  • het leeftijdsverschil met de andere persoon niet meer dan drie jaar bedraagt;  
  • of het een handeling betreft tussen minderjarigen vanaf 14 jaar met wederzijdse toestemming en met een onderling leeftijdsverschil van niet meer dan drie jaar.  

Anderzijds worden 16- tot 17-jarigen geacht nooit uit vrije wil te kunnen toestemmen:  

  • indien de dader een bloed- of aanverwant is in de opgaande lijn, samenwonende is met gezag; 
  • wanneer er sprake is van gebruik van vertrouwen, gezag of invloed. 
  • m.b.t. daden van ontucht of prostitutie worden minderjarigen geacht nooit uit vrije wil te kunnen instemmen.  

Nieuwe benaming: aantasting van de seksuele integriteit 

De benaming van het misdrijf “aanranding van de eerbaarheid” wordt gewijzigd in “aantasting van de seksuele integriteit” (artikel 417/7 Sw).  

Met dit misdrijf wordt gelijkgesteld een persoon die daarmee niet instemt getuige doen zijn van seksuele handelingen of seksueel misbruik, ook indien deze daaraan niet moet deelnemen (art. 417/7 Sw).  

Bij het misdrijf van verkrachting (artikel 417/11) wordt vanaf 01.06.2022 uitdrukkelijk bepaald dat de toestemming op elk ogenblik, voor en tijdens de seksuele handeling, kan worden ingetrokken (“of mede bestaat uit”).  

De toevoeging “met behulp van een persoon” in de strafbaarstelling betekent dan weer dat er ook sprake zal zijn van verkrachting indien het slachtoffer als een instrument wordt gebruikt en dus verplicht wordt iemand anders te penetreren (de dader of een derde).  

Wijzigingen in de bestraffing  

Met deze hervorming beoogde de wetgever zeer duidelijk een verstrenging van het seksuele strafrecht op het vlak van de bestraffing.  

Zo wordt de maximumstraf voor het basismisdrijf verkrachting opgetrokken van tien naar vijftien jaar opsluiting.  

De wet voorziet ook een strafverhoging bij tal van verzwarende omstandigheden. 

Zo ook o.a. ingeval van toedienen van stoffen waardoor het slachtoffer weerloos wordt gemaakt, d.i. het fenomeen thans beter gekend onder de benaming “spiking”.  

Ook situaties als incest, intrafamiliaal geweld, discriminatie, aanwezigheid van meerdere personen, minderjarigheid en de kwetsbare toestand van het slachtoffer vormen verzwarende omstandigheden waarin de wet in een verzwaring van de strafmaat voorziet.  

Anderzijds voorziet de wetgever bijkomend in een aantal alternatieve vormen van bestraffing. Waar dit voorheen uitgesloten was, zal de rechter vanaf 01.06.2022 aan zedendelinquenten ook het elektronisch toezicht, de werkstraf en/of de autonome probatiestraf kunnen opleggen in plaats van bijvoorbeeld een (effectieve of voorwaardelijke) gevangenisstraf.  

Bovendien wordt de voorwaarde dat er geen sprake mag zijn van voorgaande strafrechtelijke veroordelingen voor de toekenning van een straf met probatie-uitstel afgeschaft.  

Geldend voor misdrijven gepleegd vanaf 1 juni 

Aangezien deze hervorming voor een heel aantal bepalingen een strengere strafwet uitmaakt, zal de nieuwe wet in vele gevallen slechts kunnen worden toegepast voor misdrijven gepleegd vanaf 01.06.2022, niet voor eerdere feiten die nog berecht moeten worden.  

Het oude seksuele strafrecht zal dus vermoedelijk nog een gehele tijd doorwerken.  

 

Nog verdere vragen omtrent het (nieuwe) seksuele strafrecht?  

Atrius Advocaten staat zowel daders als slachtoffers bij in de strafrechtelijke en burgerrechtelijke verdediging van hun belangen in een strafproces.

Neem contact met ons op.