11 maart 2020

Hoe omgaan met de coronakoorts binnen uw onderneming?

De uitbraak van het coronavirus startte in december 2019 in China. Inmiddels is het virus uitgegroeid tot een wereldwijde pandemie. 
Nu het virus in West – Europa is opgedoken, het aantal besmettingen in België dagelijks toeneemt en een totale “lock - down” in heel Italië veroorzaakt, zullen ook lokale ondernemers meer en meer met de gevolgen van het virus worden geconfronteerd.

In deze blog proberen wij u een eerste antwoord te geven op de meeste gestelde vragen rond COVID – 19 en de impact van het virus op een onderneming.


Inhoud

  1. Hoe omgaan met het coronavirus als werkgever naar mijn werknemer toe? 
    1.1. Wat kan ik als werkgever preventief ondernemen? 
    1.2. Een van mijn werknemers vertoont mogelijke symptomen van COVID - 19. Wat nu? 
    1.3. Een van mijn werknemers werd vanwege de overheid in quarantaine geplaatst. Hoe ga ik daarmee om? 
    1.4. Wat als mijn onderneming haar activiteiten moet stilleggen door een gebrek aan bevoorrading/arbeidsgeschikte werknemers? 
     
  2. Hoe omgaan met het Coronavirus als ondernemer? 
    2.1. Mijn onderneming is niet in staat om (tijdig) aan haar contractuele leveringsverplichtingen te voldoen. Hoe dien ik dit aan te pakken? 
    2.2. Mijn opdrachtgever/klant annuleert plots een opdracht. Wat kan ik hiertegen ondernemen? 
    2.3. Welke steunmaatregelen heeft de Belgische overheid genomen om Belgische ondernemingen te helpen n.a.v. de Corona – crisis? 

1. Hoe omgaan met het coronavirus als werkgever naar mijn werknemer toe? 

1.1. Wat kan ik als werkgever preventief ondernemen? 

Volgens de Arbeidsovereenkomstenwet is de werkgever verplicht om als een goed huisvader ervoor te zorgen dat de arbeid wordt verricht in behoorlijke omstandigheden m.b.t. tot de veiligheid en gezondheid van de werknemer. 

Deze verplichtingen worden verder uitgewerkt in de Welzijnswet. 

Zo voorziet de Welzijnswet in de verplichting voor de werkgever om de risico’s ingevolge het coronavirus te analyseren en op basis daarvan alle noodzakelijke en adequate maatregelen te nemen om de gezondheid, de veiligheid en het welzijn van zijn werknemers te verzekeren. 

Deze bepaling verplicht voornamelijk tot het nemen van preventiemaatregelen, zoals: 

  • het inwinnen van een advies bij het Comité voor Preventie en Bescherming  op het Werk (CPBW);
  • het aanduiden van een verantwoordelijke crisisbeheer / doorvoeren van een risico – analyse en desgevallend het opstellen van een intern noodplan;
  • het nemen van maatregelen zoals het benadrukken van arbeidshygiëne, het ter beschikking stellen van persoonlijke beschermingsmiddelen (handgel, mondmaskers,…), het organiseren van vergaderingen via technologische hulpmiddelen (skype,…), het uitstellen van niet - noodzakelijke vergaderingen en/of zakenreizen,….

Ook telewerk wordt in de media regelmatig voorgesteld als de preventieve maatregel bij uitstek om bijkomende besmettingen tegen te gaan. 

Thuiswerk – of telewerk – gebeurt in principe op vraag van de werknemer. Men kan het als werkgever niet opleggen. 

Indien deze mogelijkheid niet in de initiële arbeidsovereenkomst werd opgenomen en geregeld, is het aangewezen een addendum aan de arbeidsovereenkomst toe te voegen en door de werknemer te laten ondertekenen, voor aanvang van het telewerk. 

Het is bovendien de werkgever die verantwoordelijk is voor het beschikbaar stellen, het installeren en het onderhouden van de voor telewerk benodigde apparatuur en infrastructuur. 
Werd in de overeenkomst of bij cao geen regeling getroffen voor de kosten die verbonden zijn aan thuisarbeid, dan is de werkgever een forfaitair bedrag van 10 % van het loon verschuldigd.

Wanneer evenwel een besmetting reëel is en er maatregelen moeten getroffen worden om een dreigende besmetting van alle werknemers te vermijden, zou u als werkgever toch thuiswerk kunnen verplichten. 
Het is dan wel raadzaam om ervoor te zorgen dat u e.e.a. grondig motiveert, om te voorkomen dat werknemers achteraf “een verbreking van de arbeidsovereenkomst wegens eenzijdige wijziging van een essentiële arbeidsvoorwaarde” zouden kunnen inroepen. 

Uiteraard hebben ook de werknemers een eigen verplichting in het beschermen van hun gezondheid en deze van hun collega’s. 
Zij moeten met hun werkgever samenwerken om deze in staat te stellen zijn verplichtingen op het vlak van de Welzijnswetgeving correct na te komen. 


1.2. Een van mijn werknemers vertoont mogelijke symptomen van COVID - 19. Wat nu? 

Klaagt een werknemer over ongemakken/symptomen welke mogelijks wijzen op een besmetting met COVID – 19 dan is het aangewezen dat u als werkgever de preventieadviseur – arbeidsarts hiervan op de hoogte brengt. 
Vervolgens kunnen in samenspraak met de preventieadviseur en de werknemer de nodige (preventieve) maatregelen worden toegepast (zie hierboven). 

Een werkgeschikte werknemer naar huis sturen of verplichten om vakantie op te nemen, is niet mogelijk. Evenmin is het mogelijk om eenzijdig als werkgever een gedwongen quarantaine te eisen van een werknemer. Het zijn enkel de bevoegde overheidsdiensten die hiertoe een beslissing kunnen nemen. 

Let wel op: werknemers die terugkeren van een (zaken)reis uit een risicogebied moeten op verzoek van de overheid uit voorzorg een bepaalde tijd thuisblijven. Dit is geen officiële “quarantaine” en dus is er evenmin sprake van overmacht. 

Als een werknemer zich op het werk aanbiedt en niet bewijst arbeidsongeschikt te zijn, dient u hem als werkgever principieel te werk te stellen. Dit is een wettelijke verplichting. Daarentegen, wanneer vaststaat dat een werknemer ziek is (d.m.v. een doktersattest), heeft u als werkgever uiteraard wel het recht (en i.k.v. de Welzijnswet zelfs de verplichting) om deze persoon van het werk te verwijderen. 

Indien een werknemer na een periode van besmetting en/of quarantaine terugkeert naar het werk, kan de werkgever voorafgaand aan de werkhervatting de betrokken werknemer laten onderzoeken door de controlearts (artikel 20.2°, 31 §3 arbeidsovereenkomstenwet). Indien de werknemer hiermee instemt, kan het ook aangewezen zijn om het onderzoek door de preventieadviseur – arbeidsarts te laten uitvoeren (artikel I.4 – 37 Welzijnswet). 

De werknemers die daadwerkelijk aan het coronavirus lijden en hierdoor niet in staat zijn hun arbeidsovereenkomst uit te voeren, vallen onder de gebruikelijke regels voor arbeidsongeschikte werknemers. 
Zo zal de werkgever gedurende de eerste maand afwezigheid instaan voor de uitbetaling van een gewaarborgd loon, nadien zal de werknemer terugvallen op de ziekteverzekering. 


1.3. Een van mijn werknemers werd vanwege de overheid in quarantaine geplaatst / wordt vastgehouden in een van de getroffen buitenlandse gebieden (bv. Italië). Hoe ga ik daarmee om? 

Wanneer een werknemer door de overheid officieel in quarantaine is geplaatst en/of in het buitenland gestrand is, of niet kan terugkeren naar België omdat zijn vlucht of treinreis geannuleerd is, is er sprake van overmacht. 

In dat geval wordt de arbeidsovereenkomst geschorst. 

De werknemer is in dit geval niet arbeidsongeschikt, zodat evenmin het recht op gewaarborgd loon vanwege de werkgever verworven is. 

De getroffen werknemers kunnen in dit geval evenwel een verzoek indienen bij de RVA tot erkenning van tijdelijke werkloosheid wegens overmacht, met het oog op het bekomen van een werkloosheidsuitkering. De werknemer wordt in deze gevallen vrijgesteld van enige wachttijd. 
De Ministerraad heeft intussen besloten om de uitkeringen wegens tijdelijke werkloosheid op te trekken van 65 naar 70 procent. 

Behoedt u er als werkgever voor om geen werknemers te ontslaan die door overmacht niet in staat zijn zich naar het werk te begeven. Dergelijke ontslagen zouden neerkomen op misbruik van ontslagrecht naar aanleiding waarvan schadevergoeding kan worden gevorderd via de arbeidsrechtbank. 

Indien de huidige situatie zich zou voortzetten, waardoor een onderneming het dermate moeilijk krijgt dat zij haar activiteiten niet meer normaal kan uitvoeren, kunnen werknemers uiteraard wel nog worden ontslagen i.k.v. de moeilijke economische/financiële context. 


1.4. Wat als mijn onderneming haar activiteiten (tijdelijk) moet stilleggen door een gebrek aan bevoorrading/arbeidsgeschikte werknemers? 

In bepaalde gevallen, die niet noodzakelijk rechtstreeks gelinkt zijn aan een besmetting binnen de onderneming, zal men als onderneming geconfronteerd worden met de onmogelijkheid om werk te verschaffen. 
Bijvoorbeeld wanneer de leveranciers van de onderneming niet meer leveren, wanneer het cliënteel van de onderneming collectief wegblijft, of wanneer werknemers niet op het werk geraken omdat zij in quarantaine zijn geplaatst, etc. 

De RVA gaf aan dergelijke gevallen te zullen erkennen en financieel te zullen tussenkomen door het toekennen van een uitkering wegens tijdelijke werkloosheid wegens overmacht aan de betrokken werknemers (zie boven). 
De Ministerraad bevestigde recent dat deze mogelijkheid wordt verlengd (van 31 maart 2020) naar 30 juni 2020. 

De arbeidsovereenkomst met de betrokken werknemers wordt in dat geval tijdelijk geschorst. 

De werkgever moet wel bij het werkloosheidsbureau dat bevoegd is voor zijn vestigingsplaats een dossier indienen met bewijzen van overmacht en de aanwezigheid van een verband tussen COVID -19 en de overmacht.

2. Hoe omgaan met het Coronavirus als ondernemer?

2.1. Mijn onderneming is niet in staat om (tijdig) aan haar contractuele leveringsverplichtingen te voldoen. Hoe dien ik dit aan te pakken?

De talrijke preventiemaatregelen welke wereldwijd worden genomen, hebben een enorme impact op het handelsverkeer. 

Reisverboden, quarantaines, sluiting van douane, afgelast vliegverkeer, gehele regio’s in lock down,… zorgen ervoor dat steeds meer ondernemingen in moeilijkheden komen met hun leveringen.

In vele contracten worden evenwel leveringstermijnen en vertragingsboetes voorzien.   

Naar Belgisch contractenrecht is een schuldenaar bevrijd van zijn contractuele verplichtingen wanneer hij kan aantonen dat de niet / laattijdige – uitvoering te wijten is aan een vreemde oorzaak of overmacht. 

Overmacht dient begrepen als een “onoverkomelijk beletsel voor de nakoming van een verbintenis, buiten elk aanwijsbaar menselijk handelen om.” Het moet gaan om een externe en onvoorziene omstandigheid die de nakoming van diens verbintenis onmogelijk maakt en die niet aan de schuldenaar kan verweten worden. 

Het valt te beargumenteren dat de plotse uitbraak van het Coronavirus, de maatregelen die ten gevolge daarvan genomen worden door de internationale overheden én de economische gevolgen daarvan op de onderneming, niet redelijk konden worden voorzien, en aldus dienen te worden beschouwd als een vorm van overmacht. 

Volledigheidshalve dient hieraan wel toegevoegd dat het overmachtsbegrip niet wettelijk is gedefinieerd. 
Het zal dus aan de rechtspraak zijn om uit te maken of de impact van COVID -19 op het handelsverkeer kan worden beschouwd als een overmachtssituatie.


2.2. Mijn opdrachtgever/klant annuleert plots een opdracht. Wat kan ik hiertegen ondernemen? 

Het gegeven dat een opdracht of in het slechtste geval zelfs meerdere opdrachten plots worden geannuleerd kan een financiële aderlating voor uw onderneming betekenen.

Indien u met een dergelijke situatie wordt geconfronteerd dient u in de eerste plaats de contractdocumenten (waaronder de algemene voorwaarden) met uw opdrachtgever erop na te kijken. 
Daarin zijn mogelijks clausules opgenomen waarin de gevallen van annulatie en overmacht worden omschreven en hoe deze dienen meegedeeld. 

Ook de gemaakte kosten welke aan deze annulatie zijn verbonden, zijn veelal in deze contractdocumenten opgenomen.  

In diezelfde optiek kan het nuttig zijn om ook uw verzekeringspolissen ter hand te nemen. Mogelijks voorzien ook zij in bepaalde gevallen in dekking van de gemaakte kosten en/of de door uw onderneming geleden schade.


2.3. Welke steunmaatregelen heeft de Belgische overheid genomen om Belgische ondernemingen te helpen n.a.v. de Corona – crisis? 

Bedrijven die getroffen worden door de Corona – crisis kunnen een betalingsplan aanvragen voor de sociale zekerheidsbijdragen. 
Ook voor de btw en de bedrijfsvoorheffing wordt in de mogelijkheid van een gespreide betaling voorzien en is er een vrijstelling van boetes. 

Voor de vennootschapsbelasting en de personenbelasting kan uitstel van betaling gevraagd worden voor wie vanwege het coronavirus moeite heeft om die te betalen. 

Zelfstandigen kunnen een vermindering van de voorafbetaling vragen als ze merken dat hun inkomsten lager liggen dan gewoonlijk. Ook voor sociale bijdragen kunnen zelfstandigen uitstel van betaling of een vrijstelling krijgen. 
Zelfstandigen die hun activiteit langer dan een week moeten stopzetten, kunnen een vervangingsinkomen (overbruggingsrecht) krijgen. 

De federale overheid zal ook geen boetes of sancties opleggen aan bedrijven of dienstverleners die de aan hen toegewezen overheidsopdracht niet of niet tijdig kunnen uitvoeren omwille van het coronavirus. 


Dringende vragen? 

Neem gerust contact op met ons kantoor: 014.21.07.21.
Contact: https://www.atriusadvocaten.be/contact