20 april 2020
U hebt het ondervonden. Het coronavirus houdt de maatschappij en eenieder van ons nu al wekenlang in de greep.
De bescherming van de volksgezondheid vereist een krachtdadig optreden van de overheid met oplegging van vrijheidsbenemende en social distancing bevorderende maatregelen. Aan ons als burgers om deze strikt op te volgen in ons eigen belang, maar ook in belang van onze familie, vrienden, collega’s en buren. Uiteraard stelt zich daarbij de vraag of en in hoeverre de overheid de opgelegde maatregelen strafrechtelijk kan handhaven en beteugelen.
Kunnen inbreuken wel op juridisch geldige wijze worden gesanctioneerd? Kan de politie u onmiddellijk een boete opleggen, zelfs bij een eerste inbreuk? Wat indien u de opgelegde boete niet betaalt?
ATRIUS zocht het voor u uit.
De huidige maatregelen kunnen samengevat worden als volgt:
Het overtreden van de opgelegde overheidsmaatregelen zal niet ongestraft blijven.
Het merendeel van de voormelde maatregelen is strafbaar overeenkomstig artikel 187 van de wet van 15 mei 2007 betreffende de civiele veiligheid.
Concreet betekent dit dat inbreuken op de coronabestrijdende maatregelen kunnen gesanctioneerd worden met een gevangenisstraf van 8 dagen tot 3 maanden en/of een geldboete van 208,- EUR tot 4.000,- EUR (inclusief opdeciemen).
In geval van een vastgestelde inbreuk kan de politie een proces-verbaal opstellen, hetwelk wordt overgemaakt aan de Procureur des Konings. Deze kan vervolgens beslissen om de overtreder strafrechtelijk te vervolgen en deze te dagvaarden voor de correctionele rechtbank.
U riskeert dus wel degelijk een (ernstige) strafrechtelijke veroordeling bij niet-naleving van de opgelegde maatregelen, met in voorkomend geval ook vermelding op uw strafregister.
Aangezien de maximum gevangenisstraf minder dan 1 jaar bedraagt, kan door de Onderzoeksrechter geen aanhoudingsbevel worden afgeleverd.
Betekent dit dan dat elke vastgestelde inbreuk in praktijk ook daadwerkelijk leidt tot een strafrechtelijke vervolging, uitmondend in een correctionele veroordeling? Neen. Gelukkig maar, ook al is dit theoretisch gezien zeker mogelijk. Een strikte toepassing van dit principe zou leiden tot een aanzienlijke werktoevloed, zowel op het niveau van de politiediensten als bij de verschillende parketten van de Procureur des Konings.
Mede om die reden werd op 25 maart 2020 door het College van procureurs-generaal een omzendbrief (COL 06/2020) opgesteld, met daarin bindende richtlijnen betreffende de gerechtelijke handhaving van de coronamaatregelen.
Deze omzendbrief bepaalt o.m. het volgende:
Inbreuken kunnen en zullen via de gebruikelijke middelen door de politiediensten worden opgespoord en vastgesteld. Daarbij kan de politie ook identiteitscontroles uitvoeren, verdachten verhoren en – indien strikt noodzakelijk – overtreders arresteren.
De afgelopen periode werd vastgesteld dat in sommige steden en gemeenten werd geopteerd voor de toepassing van de GAS-wetgeving om de naleving van de coronamaatregelen te handhaven.
Vastgestelde inbreuken op deze maatregelen werden gesanctioneerd door middel van een gemeentelijke administratieve sanctie, een zogenaamde GAS-boete. Niet toevallig uiteraard, aangezien de inkomsten daarvan rechtstreeks in de gemeentekas vloeien.
Deze praktijk was evenwel niet wettelijk, maar werd door de federale overheid opgelost door het uitvaardigen van een nieuw Koninklijk Besluit.
Op grond van dit KB kan een gemeenteraad thans, met ingang van 7 april 2020, in zijn reglementen of verordeningen wél voorzien in een administratieve sanctie die bestaat uit een administratieve geldboete voor inbreuken op de coronamaatregelen.
Bij toepassing daarvan kunnen thans dus inbreuken op bijvoorbeeld de verplichte sluiting van handelszaken, op het samenscholingsverbod en op het verbod op niet-essentiële verplaatsingen gesanctioneerd worden door middel van een GAS-boete, op voorwaarde dat de betrokken gemeenteraad dit mogelijk heeft gemaakt.
De administratieve geldboete die kan worden opgelegd, bedraagt 250,- EUR per inbreuk.
De procedure verloopt – stapsgewijs samengevat – als volgt:
De administratieve geldboete kan door de politie ook onmiddellijk worden geïnd, mits akkoord van de overtreder.
Door deze onmiddellijke betaling vervalt de mogelijkheid om een (bijkomende) administratieve geldboete op te leggen.
Kortom: sedert 7 april 2020 kunnen inbreuken de dwingende coronamaatregelen niet alleen strafrechtelijk, maar ook bestuursrechtelijk (via GAS-boetes) gesanctioneerd worden. Voordien was niet juridisch niet mogelijk.
Dit betekent dat GAS-boetes die worden opgelegd m.b.t. inbreuken begaan vóór 07.04.2020 in principe juridisch ongeldig zijn, en dus in rechte aangevochten kunnen worden.
Ten slotte dient erop gewezen dat voor bepaalde, ernstige gedragingen kan en zal worden teruggegrepen naar de algemene bepalingen in het Strafwetboek.
Bijvoorbeeld:
In dergelijke gevallen kan de overtreder wel voorgeleid worden voor de Onderzoeksrechter, dewelke kan beslissen tot diens onmiddellijke aanhouding.
Kortom: u doet er goed aan de opgelegde maatregelen stipt op te volgen, niet alleen vanuit uw burgerzin en in het belang van ieders gezondheid, maar ook om sancties en eventueel strafrechtelijke vervolging en veroordeling te vermijden.
Anderzijds doet u er goed aan even na te denken wanneer u een administratieve boete ontvangt, of verzocht wordt tot onmiddellijke betaling over te gaan. Niet alle vastgestelde inbreuken konden en kunnen bestuursrechtelijk worden beteugeld, via een zogenaamde GAS-boete.
Bij vragen of twijfel is en blijft ATRIUS uw “partner in crime”.