18 maart 2022
Recent bereikte de Vlaamse Regering, na lange onderhandelingen, in de nacht van 22 op 23 februari 2022 een akkoord over de aanpak van de stikstofuitstoot dat een aantal controversiële maatregelen omvat. Het onderwerp beroert de publieke opinie, werd breed opgepikt in de media en leidt tot scherpe tegenstellingen tussen de voor- en tegenstanders ervan.
Stikstof is een kleur- en reukloos gas dat van nature overal in de atmosfeer aanwezig is en van zichzelf niet schadelijk is. Er zijn echter stikstofverbindingen die wel degelijk een schadelijk effect kunnen hebben op de natuur en het milieu. Het gaat dan met name om emissies van stikstofoxiden (NOx), veelal afkomstig van de uitlaatgassen van het verkeer en de uitstoot van industrie, en ammoniak (NH3), vaak in verband gebracht met de veeteelt.
Sinds jaar en dag heeft Vlaanderen te kampen met zeer hoge stikstofconcentraties. De uitstoot van stikstofoxiden en ammoniak die wordt opgenomen in de lucht, komt uiteindelijk via depositie weer op de grond neergedwarreld. Daar kunnen deze stoffen tot in zekere mate als meststof dienen om de bodem voedselrijker te maken. In te grote hoeveelheden echter treedt er een verzurend effect op. Dit wordt vooral als een probleem gezien in natuurgebieden omdat planten die het net goed doen op voedselarme grond hierdoor verdwijnen. De biodiversiteit neemt dan af en bijvoorbeeld brandnetels en bramen gaan het dan overnemen van de andere soorten.
Om hier iets aan te doen, besliste de Vlaamse Regering in 2016 al een specifiek stikstofbeleid uit te werken, beter bekend als de Programmatische Aanpak Stikstof (PAS). Deze beleidsmatige aanpak was vervat in een conceptnota en een ministeriële omzendbrief. De definitieve omzetting in sluitende wetteksten werd echter nooit doorgevoerd.
Het PAS-kader kwam voornamelijk ter sprake bij omgevingsvergunningsaanvragen waarbij de aangevraagde activiteit een betekenisvolle aantasting zou kunnen opleveren aan bepaalde beschermde natuurgebieden. Op de keper beschouwd kwam de PAS hier op neer: indien de stikstofdepositie van de aangevraagde activiteit onder de drempel van 5% bleef van het maximum dat kwetsbare habitats in de buurt kunnen verdragen, werd aangenomen dat er geen aantasting van de natuur zou zijn.
De PAS vormde jarenlang het algemene kader voor de beoordeling van aanvragen voor omgevingsvergunningen waarbij stikstof een issue was. Met een arrest van 25 februari 2021 – het zgn. ‘stikstofarrest’ - oordeelde de Raad voor Vergunningsbetwistingen (RvVb) echter dat het louter hanteren van de 5%-drempel onvoldoende is en dat daarentegen op grond van objectieve gegevens moet worden aangetoond dat een betekenisvolle aantasting van de betrokken natuurwaarden uitgesloten is. De impact van deze tamelijk strenge rechtspraak mag niet worden onderschat aangezien hiermee het tot dan bestaande PAS-kader volledig op losse schroeven kwam te staan.
Om te vermijden dat elke stikstof-gerelateerde activiteit voortaan onvergunbaar zou worden, werd de noodzaak om een definitief regelgevend kader op te zetten plots weer een urgent agendapunt, al was het maar om de betrokken sectoren de nodige rechtszekerheid te bieden en het worst case scenario van een vergunningsstop af te wenden. De nog beschikbare ‘depositieruimte’ voor bijkomende stikstofemissies in Vlaanderen is zeer beperkt omwille van de reeds zeer hoge stikstofconcentraties. Daarenboven dragen zeer veel activiteiten rechtstreeks of onrechtstreeks bij tot extra stikstofemissies. Een strenge beoordeling van de stikstofimpact zou er op die manier potentieel toe kunnen leiden dat zeer veel activiteiten niet of nauwelijks nog voor vergunning in aanmerking zouden komen.
Als tijdelijke oplossing werd daarom een ministeriële instructie uitgewerkt met andermaal minimumdrempels, maar strengere dan in de PAS, en met een onderscheid tussen emissies van NOx en ammoniak. Het was echter duidelijk dat dit slechts een tijdelijke regeling betrof in afwachting van een definitieve oplossing voor de aanpak van stikstof.
In de nacht van 22 op 23 februari 2022 bereikte de Vlaamse Regering finaal een akkoord over het stikstofdossier (en overigens ook over de concrete afhandeling van de bouwshift, een ander heet hangijzer). Het resultaat van de onderhandelingen is een conceptnota met een pakket aan maatregelen om de stikstofuitstoot te doen dalen, gekoppeld aan bepaalde flankerende maatregelen.
Concreet omvat het akkoord onder meer de volgende kernpunten:
De algemene maatregelen waaromtrent een akkoord werd bereikt, bevatten reeds een aantal drastische maatregelen. Volgens de Vlaamse Regering is het voorgestelde emmidssiereductiescenario echter onvoldoende om de doelstellingen te halen in de omgeving rond het Turnhouts Vennengebied. Concreet gaat het om een gebied van in totaal bijna 9.000 ha waarbij 156 exploitaties betrokken zijn. Voor die regio wordt een intendant aangesteld met het oog op het uitwerken van een (nog) strenger pakket aan maatregelen waaronder meer:
Op vandaag liggen alle maatregelen vervat in een conceptnota en werd voor geen enkele van de betreffende maatregelen al definitief wettelijk verankerd. De ‘conceptnota’ heeft op zichzelf beschouwd geen juridisch bindende waarde ten aanzien van de betrokken exploitanten. Het is echter wel een belangrijk richtinggevend instrument dat inzicht biedt in de beleidsmatige doelstellingen van de overheid wat de aanpak van stikstof betreft.
Het blijft voorlopig echter koffiedik kijken wat de reële impact zal zijn van dit definitieve PAS-kader voor de vergunningverlening en de beoordeling van de natuurimpact, zowel voor de landbouwsector als voor de industrie. Zekerheid zal er pas zijn eens de procedure is doorlopen om de maatregelen wettelijk vast te leggen.
Het is verre van uitgesloten dat eventuele toekomstige decreten en besluiten het voorwerp zullen uitmaken van beroepen bij het Grondwettelijk Hof en/of de Raad van State zodat het niet ondenkbaar is dat in de toekomst ook de rechtspraak van deze hoogste rechtscolleges een prominente plaats zal gaan innemen in verband met de verdere aanpak van de stikstofproblematiek.